Waarom keek ik zo nietszeggend alsof het me niet uitmaakte wat er met me zou gebeuren.Je bent een kleine camping rouge slettebak, zei die stem.Hoe kom je daar nou bij, julia claudia klonk luchtig, maar een beetje bezorgd.Ik merkte niet dat ik tegen mensen opbotste, ik zag camping rouge alleen een rug in een rood shirt met een warrige kop blond haar erboven.Ze zat naast me toen ik de telefoon ter hand nam en het inmiddels verkreukelde briefje met de drie telefoonnummers uit mijn portemonnee haalde.Het feestje had camping rouge zijn pret en charme verloren voor mij.Nog steeds dacht ze dat ik een grapje maakte.De foto droeg ik camping rouge vanaf dat moment bij me.Bruine ogen met gouden spikkeltjes erin mijn droom nee, toeval, bezwoer ik mezelf.Uw wens is camping rouge mijn bevel, dames, zei hij schertsend.Dit babytje keek onbewogen voor zich uit, een serene blik in de ogen.